Interview Barneveldse Krant

door Freek Wolff, 19. 09. 2020.

Een thriller had Hans van Hartevelt (67) nog niet geschreven en die uitdaging ging hij aan. Want hij is gek van fietsen en zo kwam hij op het idee om ‘De fatale etappe’ te plaatsen in de wielerwereld. Op bezoek bij de auteur in zijn Otterlose woning.

Dat viel me reuze tegen, omdat je zoveel feitjes moet vertellen die toch nog niks verklappen. Tegelijk moet je het boek zo opbouwen dat je een aantal mensen verdenkt, maar aan het einde toch compleet verrast wordt. Dus moet je personen opvoeren die het allemaal gedaan kunnen hebben en dat moet je allemaal onthouden.” Van Hartevelt zegt dat hij het ontzettend spannend vindt als hij aan het verhaal werkt. ,,Dan verras je jezelf en denk je: hoe bestaat het? Ik schrijf heel snel en kan wel 25 pagina’s op een dag schrijven. Dan staat het in de grondverf en rammelt het nog van de tikfouten. Daarna begint het schaven en dat duurt veel langer. Maar tijdens het schrijfproces zit ik in een enorme flow. Dan ben ik bekaf aan het eind van de dag.”

EDDY MERCKX Het verhaal kent niet echt een hoofdpersoon, maar de schrijver refereert meteen aan Eddy Merckx, de befaamde Belgische wielrenner die in de jaren zestig en zeventig alles won. ,,In mijn boek is er in die tijd ineens een renner van een vage ploeg uit Mexico. Hij is er één van een tweeling, wint ook alles en staat op het punt de Vuelta van Spanje te winnen. Dan zou hij nog groter dan Merckx worden en dat kon natuurlijk niet gebeuren. De renners kruipen bij elkaar en denken dat het geen zuivere koffie is. Ze vertrouwen het niet en vermoeden persoonsverwisseling. Hij wint alles en daar willen ze een stokje voor steken. Er is ook een vrouwelijke renner die zo goed is dat ze dispensatie krijgt en met de mannen mee mag. Dat broeit allemaal en dan gebeurt er iets. Je kunt het raden, want een van de Mexicaanse tweeling stort in een ravijn. Dan wordt de spanning opgebouwd over de vraag wie dit gedaan kan hebben. Was het een ongeluk, is hij van de weg geduwd, is zijn fiets onklaar gemaakt, of is hij door een motor aangereden?”

Een thriller staat bij Van Hartevelt niet garant voor veel geweld, want daar heeft hij een hekel aan. ,,Gruwelijke zaken probeer ik te vermijden, maar er moet wel iets gebeuren natuurlijk. Ik concentreer me op de spanning in het verhaal. Wie heeft het nu gedaan? Verschillende mensen hebben een motief.” Hij zegt dat in de werkelijke wielrenwereld achter de schermen ongetwijfeld ook veel plaatsvindt dat het daglicht niet kan verdragen. ,,Dat begon vroeger al, toen renners stiekem stukjes met de trein mee gingen (lacht). Ze hebben de gekste dingen gedaan. Wielrennen zit vol list en bedrog. Maar de heroïek vind ik geweldig, want ze zien enorm af tijdens het fietsen. Wat een contrast met die verwende voetballers!” De schrijver vindt de Vuelta een fantastische ronde, waar hij zelf ook op de pedalen stond.

‘Op z’n Chinees’ was zodoende de eerste titel, dat in 1997 werd uitgebracht. Zo grijnst hij nog smakelijk bij de herinnering aan een groot gebouw waarbij in één dag met donder en geweld een parkeerplaats werd aangelegd. Vandaar de boektitel. Omdat Hans daarna veel naar Indonesië reisde, schreef hij het boek ‘Depressie over Java’. ,,Ik las namelijk dat in dit land geen schizofrenie voorkomt. Dat vond ik heel opmerkelijk en daar heb ik een verhaal over gemaakt.”

Zijn reizen naar Midden-Amerika (Costa Rica vooral) motiveerden de schrijver tot het boek ‘In passie verdronken’, waar ook een link met Nederland wordt gemaakt. ,,Dat gaat om een man die geluidsfobieën heeft. Hij kan niet tegen herrie en denkt dat hij kan vluchten in de muziek van Bach. Daarom trekt hij zich terug.”

VREEMD ETEN De verhalenbundel ‘Vreemd eten’ toont een vrolijker kant, waarin de schrijver ingaat op alle facetten van eten. ,,Tot gegeten worden aan toe. Het is fantastisch ontvangen.” Na de titels ‘De kwelling’, ‘De voorbestemming’, ‘De verkwanseling van een kroonjuweel’ en ‘De ontwrichting’ schreef Hartevelt nog de historische roman ‘Amandelen voor Franciscus’, een boek waar hij erg trots op is. ,,Ik ben gék van Italië en met mijn vrouw bezocht ik de plekken waar Franciscus van Assisi heeft geleefd. Dat was heerlijk om uit te zoeken. Veel werk, maar ook erg lonend. Ik ontdekte dat deze monnik aanvankelijk een vrouwenjager was en grof in de mond. Hij was beslist geen heilig boontje en de kenners weten dat ook.”

Klik hier om het pdf-bestand te bekijken van het interview.